Aedes: behoud salderingsregeling, zonnepanelen zonder salderen onrendabel voor woningcorporaties

Branchevereniging Aedes heeft Fakton een onafhankelijk onderzoek laten uitvoeren naar de gevolgen van de afbouw van de salderingsregeling voor woningcorporaties. De salderingsregeling blijft zoals bekend in haar huidige vorm gehandhaafd tot 2023. Vanaf dat jaar wordt de regeling tot 2031 stapsgewijs afgebouwd naar 0. De terugverdientijd voor zonnepanelen is naast het afbouwpad van salderen afhankelijk van een groot aantal factoren waaronder het aandeel direct eigen gebruik, het elektriciteitstarief inclusief belastingen voor de gesaldeerde elektriciteit en de terugleververgoeding voor elektriciteit die niet gesaldeerd mag worden.

Energierekening huurders stijgt
In het in opdracht van Aedes opgestelde rapport concludeert Fakton dat door de afbouw van de salderingsregeling de opgewekte zonnestroom minder oplevert en de energierekening van huurders stijgt. Hiermee verdwijnt volgens de onderzoekers de bereidheid van huurders om zonnepanelen te laten plaatsen op hun dak.

Daarnaast kunnen woningcorporaties een steeds kleinere bijdrage van de huurders vragen en wordt het plaatsen van zonnepanelen voor woningcorporaties in 2024 onrendabel. Aedes-voorzitter Martin van Rijn hierover: ‘Woningcorporaties leggen zonnepanelen op woningen voor een beter klimaat en een lagere energierekening voor hun huurders. Als het kabinet de salderingsregeling uitkleedt, voelen huurders dat direct in hun portemonnee. En corporaties ook. Dus kabinet, investeer in een duurzame samenleving en houd deze regeling in stand.’

Alle daken in 2037
In de zomer van 2019 was het aantal corporatiewoningen met zonnepanelen gestegen naar meer dan 175.000 stuks. Als de huidige groei zou doorgaan, zouden in 2037 alle daken van sociale huurwoningen zijn voorzien van zonnepanelen. De afbouw van verschillende subsidieregelingen maakt de groei voor de komende jaren echter onzeker. Pas vanaf 2033 zijn de kosten voor zonnepanelen volgens Fakton zo sterk gedaald dat het voor woningcorporaties ook zonder subsidie loont om te investeren in zonnepanelen. Het is daarom volgens Aedes van belang dat de afbouw van de salderingsregeling wordt aangepast.

Minimaal 4 procent rendement
Onder de huidige salderingsregeling is volgens de onderzoekers sprake van een businesscase met stimulerend projectrendement van 9 procent of meer. In de praktijk wordt een aanzienlijk deel van dit rendement aan de huurders gegeven. Het overige rendement is voor corporaties nodig ter dekking van de rentekosten en het risico van de investering. Voor zonnepanelen is het minimale benodigde rendement voor woningcorporaties 4 procent.

Fakton hierover: ‘Door de afbouw van de salderingsregeling loopt de mogelijkheid tot salderen terug, waardoor opbrengsten in de businesscase afnemen. Als gevolg daarvan daalt het projectrendement tussen 2024 en 2032 tot onder het niveau van 4 procent, op het dieptepunt tot circa 3 procent. Na 2032 stijgt dit weer tot boven de 4 procent door de verwachte jaarlijkse kostenreductie van 3,5 procent. De businesscase onder de nieuwe salderingsregeling is daarmee vanaf 2024 tot en met 2032 niet sluitend.’

Aanbevelingen
De onderzoekers van Fakton hebben ook een aantal aanbevelingen voor woningcorporaties opgesteld. Allereerst wordt het woningcorporaties aangeraden om de salderingsregeling tijdens de afbouwperiode maximaal te benutten. Het loont om de aanleg van zonnepanelen waar mogelijk te versnellen, zodat nog zo optimaal mogelijk van de huidige salderingsregeling gebruik wordt gemaakt.

Verder is het volgens Fakton voor woningcorporaties te overwegen om na het kalenderjaar 2024 gebruik te maken van de Stimuleringsregeling Duurzame Energietransitie (SDE++). Vanaf 2025 is de salderingsregeling namelijk dusdanig afgebouwd dat de rapporteurs verwachten dat de SDE++ te zijner tijd aantrekkelijker is dan salderen. Tot slot pleit Fakton voor schaalgrootte: de investeringskosten voor zonnepanelen zijn lager bij een grootschalige uitrol van zonnepanelen. Woningcorporaties moeten daarom overwegen om projecten gecombineerd in de markt te zetten om op die manier schaalvoordelen te benutten.