Het concept van de BIK-regeling, die eindigt na december 2022, is door het kabinet naar de Tweede Kamer gestuurd. De investeringskorting geldt alleen voor nieuwe investeringen in bedrijfsmiddelen – zoals zonnepanelen – waarvan de investeringsverplichting is aangegaan op of na 1 oktober 2020. Daarbij moeten de investeringen tussen 1 januari 2021 en 31 december 2022 volledig zijn betaald en binnen 6 maanden na die volledige betaling in gebruik zijn genomen.
4 miljard euro beschikbaar
Met de tijdelijke regeling, waarvoor in totaal 4 miljard euro beschikbaar is, wil het kabinet ervoor zorgen dat bedrijven ook tijdens deze crisis blijven investeren en investeringen naar voren halen die anders zouden worden uitgesteld. Staatssecretaris van Financiën Vijlbrief hierover: ‘Van alle investeringen in ons land wordt 80 tot 85 procent in Nederland gedaan door de private sector. Door de crisis wordt verwacht dat deze jaarlijkse investeringen van 100 miljard euro zullen afnemen met 10 miljard euro. Dat is een grote terugval, terwijl we deze investeringen nu juist hard nodig hebben. Daarom komt er deze tijdelijke investeringskorting.’
Met de BIK kunnen bedrijven een deel van het bedrag van hun investering in mindering brengen op hun afdracht voor de loonheffing. De BIK kan dus niet toegepast worden door bedrijven die geen loonheffing afdragen. Dit heeft als voordeel dat eenzelfde investering voor alle bedrijven – met voldoende werknemers – gelijk is, en niet alleen ten gunste komt van bedrijven die winst maken. De verwachting is dat circa 60 procent van de BIK-afdrachtvermindering terechtkomt bij het mkb. Dat komt mede door de vormgeving van de korting, want bij investeringen tot 5 miljoen euro per kalenderjaar krijgen bedrijven een korting van 3 procent van het investeringsbedrag en bij investeringen boven de 5 miljoen euro krijgen bedrijven een korting van 2,44 procent van het investeringsbedrag. Voor alle aanvragen geldt daarnaast een ondergrens van 1.500 euro per bedrijfsmiddel en 20.000 euro per aanvraag.
Zonnepanelen: 13,97 procent voordeel
De BIK is een tijdelijke aanvulling op reeds bestaande stimuleringsmaatregelen zoals de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA), de energie-investeringsaftrek (EIA) de milieu-investeringsaftrek (MIA) en de willekeurige afschrijving milieu-bedrijfsmiddelen (VAMIL). Ondernemers kunnen de verschillende investeringsregelingen dan ook tegelijkertijd toepassen waarbij het voordeel van beide investeringsregelingen geldt.
Een rekenvoorbeeld van staatssecretaris Vijlbrief laat zien dat voor een investering van 10 miljoen euro in zonnepanelen het effectieve voordeel door de combinatie van de BIK- en de EIA-regeling 13,97 procent bedraagt; oftewel zo’n 1,4 miljoen euro. Voor een elektrische bestelauto met een aanschafwaarde van 75.000 euro bedraagt het voordeel 17,5 procent – oftewel 13.142 euro – door de combinatie van de BIK-, KIA- en MIA-regeling.
Aanvragen pas vanaf 2021
De regeling wordt uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) in samenwerking met de Belastingdienst. Bedrijven die voor de regeling in aanmerking willen komen, kunnen vanwege uitvoeringstechnische redenen vanaf 1 september 2021 een aanvraag doen. Een aanvraag kan gelijktijdig voor meerdere investeringen in bedrijfsmiddelen gedaan worden. Een bedrijf kan maximaal 1 keer per kwartaal een aanvraag doen. RVO.nl controleert de aanvraag en geeft bij goedkeuring een BIK-verklaring af. Op grond van de BIK-verklaring kan het bedrijf de BIK toepassen in de loonaangifte in het jaar waarin de BIK-verklaring is afgegeven.
Eind 2021 wordt op basis van de aanvragen tot dan toe en het budget dat daarmee samenhangt, bekeken of het nodig is de percentages van de korting naar beneden of boven aan te passen voor 2022. Dit zal uiterlijk 15 december 2021 bekend worden gemaakt.
Raad van State pleit voor advies EU
De staatssecretaris heeft onder meer RVO.nl en de Belastingdienst om de uitvoerbaarheid van de BIK-regeling gevraagd. Beide organisaties stellen daarbij dat zij op basis van de ontvangen informatie de regeling kunnen uitvoeren, maar een uitvoeringstoets moet daarbij definitief uitsluitsel geven. Op dit moment wordt verder gewerkt aan de invulling van de regeling in lagere regelgeving. In deze lagere regelgeving wordt uitgewerkt hoe het precieze aanvraagproces verloopt en welke bewijslast moet worden aangedragen. Met een mkb-toets wordt hiervoor ook de input van ondernemers gevraagd om een proces te realiseren met zo min mogelijk regeldruk. De planning is om de regelgeving op 1 januari 2021 afgerond te hebben. Op die datum start ook de communicatie van RVO.nl richting ondernemers.
Bovendien heeft ook de Raad van State op verzoek van Vijlbrief advies over de BIK-regeling uitgebracht. De organisatie pleit voor toetsing van de maatregel bij de Europese Unie (EU). ‘Er bestaat gerede twijfel over de vraag of sprake is van een steunmaatregel. De Raad van State adviseert deze onzekerheid op adequate wijze weg te nemen. Het verdient daarbij aanbeveling contact op te nemen met de Europese Commissie over de voorgestelde regeling en uitsluitsel te krijgen.’