logo
wvhj2023
© Digikhmer | Dreamstime.com
© Digikhmer | Dreamstime.com
23 juni 2020

Minister Wiebes: urgentie van klimaatopgave niet afgenomen door coronacrisis

‘Hoewel de precieze doorwerking van de coronacrisis op het klimaat- en energiebeleid zich nu onmogelijk laat voorspellen, is duidelijk dat de urgentie van de klimaatopgave door de coronacrisis niet is afgenomen.’

Dat schrijft minister Wiebes in een brief aan de Tweede Kamer waarin hij ingaat op de zekere en nog onzekere gevolgen van de coronacrisis voor het mondiale, Europese en nationale klimaat- en energiebeleid en de wijze waarop het kabinet hierop reageert en anticipeert.

Mogelijk 6 procent minder CO2-emissie
‘De uitbraak van COVID-19 en daaropvolgende contactmaatregelen hebben de afgelopen maanden gezorgd voor een substantiële daling van de wereldwijde broeikasgasemissies. De omvang van de mondiale emissiereductie voor 2020 is op het moment nog erg onzeker, maar inmiddels is duidelijk dat deze substantieel zal zijn. Volgens de World Meteorological Organisation zou de terugval van CO2-emissies als gevolg van de pandemie in 2020 circa 6 procent kunnen belopen. Het Internationale Energie Agentschap komt tot vergelijkbare schattingen voor energiegerelateerde emissies.’

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) zal in de Klimaat- en Energieverkenning 2020 een actueel beeld geven van de impact op broeikasgasemissies en energieverbruik in Nederland. Minister Wiebes hierover: ‘Uit een korte scenariostudie van het PBL blijkt al wel dat ook in Nederland een dergelijke daling (red. van 6 procent) denkbaar is. Zo’n daling is groot, maar verwaarloosbaar in perspectief van de structurele emissiereductie die richting 2030 en 2050 moet worden gerealiseerd. Volgens UNEP is structureel een reductie van gemiddeld 7,6 procent per jaar nodig om de doelstelling van 1,5 graad binnen bereik te houden. Bovendien is te verwachten dat wanneer economische activiteiten aantrekken, ook de emissies weer zullen toenemen. Het kortetermijneffect op de mondiale en nationale emissies betekent dan ook geenszins dat de klimaatopgave gemakkelijker wordt, of dat we tijdelijk achterover kunnen leunen.’

Studiegroep
Als een van de klimaatambitieuze landen blijft Nederland volgens de minister onverminderd inzetten op verhoging van de EU-emissiereductiedoelstelling naar 55 procent in 2030. ‘De Europese Raad neemt, wat het kabinet betreft, dit besluit nog in 2020’, aldus Wiebes. ‘Een ophoging van deze Europese doelstelling heeft consequenties voor het Nederlandse klimaatbeleid. De afgelopen jaren is klimaatbeleid geformuleerd terwijl de zon scheen. De uitdaging voor de komende jaren wordt om mogelijk aangescherpte Europese ambities nationaal invulling te geven vanuit een situatie van economische onzekerheid.’

Om deze uitdaging te doordenken heeft het kabinet een ambtelijke studiegroep ingesteld die, zonder last of ruggespraak, zal adviseren. De minister hierover: ‘De studiegroep is eind mei van start gegaan onder onafhankelijk voorzitterschap van AFM-voorzitter Laura van Geest. De studiegroep rondt haar werkzaamheden voor het einde van het jaar af.’

3 uitvoeringsproblemen
In Nederland heeft de uitbraak van het COVID-19-virus gevolgen voor de uitvoering van het Klimaatakkoord. In de uitvoering zijn er zorgen over 3 typen problemen die ontstaan of dreigen te ontstaan, afhankelijk van de duur van de pandemie en economische recessie:

  1. Meest direct dreigt vertraging in de doorlooptijden van processen. Het gaat enerzijds om vertraging van de fysieke uitvoering van projecten door beperkingen in de beschikbaarheid van personeel en/of materiaal. Anderzijds worden besluitvormingsprocessen opgehouden doordat inspraakmomenten als gevolg van contactbeperkende maatregelen niet goed mogelijk zijn.
  2. Een tweede type probleem betreft de opbouw en het behoud van kennis en capaciteit die nodig zijn voor de transitie. De gevolgen van tijdelijke vraaguitval kunnen lang doorwerken als deze leiden tot faillissementen en ontslag van mensen die later weer nodig zijn.
  3. Een derde type probleem wordt veroorzaakt door de economische neergang en veranderende marktomstandigheden. Dalende inkomens en inkomsten hebben gevolgen voor de betaalbaarheid van maatregelen voor huishoudens respectievelijk bedrijven. Prijsontwikkelingen van energie, fossiele grondstoffen zoals olie, kolen en gas en CO2 hebben een negatieve invloed op de businesscase van duurzame alternatieven. Hierdoor worden duurzame alternatieven mogelijk op korte termijn minder aantrekkelijk.

SDE++ gewoon in september open
Afgelopen april stelde minister Wiebes al dat de openingsdatum van de Stimuleringsregeling Duurzame Energietransitie (SDE++) niet aangepast wordt vanwege de coronacrisis.

In zijn Kamerbrief herhaalt de minister deze uitspraak: ‘Het kabinet hecht eraan dat projecten die gericht zijn op het verduurzamen van onze economie, mits dit veilig kan gebeuren, zoveel mogelijk doorgang vinden. De beschikbaarheid van de SDE+(+) is daarbij voor veel projecten een belangrijke randvoorwaarde. Vandaar dat de inzet is om de geplande openstellingen van de SDE+(+) volgens de oorspronkelijke planning door te laten gaan. Dit betekent dat de eerstvolgende ronde eind september opengaat. Ik hoop op korte termijn hiervoor de benodigde regelingen te kunnen publiceren.’

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten