logo
wvhj2023
© Next2Sun
© Next2Sun
18 mei 2020

Nieuw nationaal onderzoek van start naar invloed zonneparken op bodemkwaliteit en biodiversiteit

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) stelt 3,6 miljoen euro subsidie beschikbaar aan een samenwerkingsverband van LC Energy, TNO, Wageningen University & Research, Eelerwoude en SolarCentury.

Het consortium gaat onderzoek doen naar het effect van zonneparken op de bodemkwaliteit en biodiversiteit. Het streven is om binnen het project SolarEcoPlus voor dit onderzoek 6 nieuwe test-zonneparken in Nederland te realiseren. Het innovatieproject is geïnitieerd en ontstaan binnen het Nationaal Consortium Zon in Landschap.

Ecologische consequenties
Het hoofddoel van het onderzoeksproject is om ecologische en economische opbrengsten van zonneparken opgebouwd met dubbelzijdige zonnepanelen te bepalen voor de meestvoorkomende grondsoorten in Nederland: zand, veen en klei. ‘We zijn blij met de verleende subsidie voor ons project. De ecologische consequenties van een zonnepark zijn op dit moment onbekend’, stelt Friso Huizinga van LC Energy. ‘Dat maakt het nemen van een beslissing over de komst van een park lastig voor gemeenten en vertraagt daarmee de energietransitie. Daarom is het heel belangrijk dat er onderzoek wordt gedaan.’

Uit recent Duits onderzoek blijkt volgens het consortium dat er positieve effecten kunnen zijn op biodiversiteit en bodemkwaliteit als er ruimte tussen de zonnepanelen blijft. In een standaardzonnepark zou dit echter leiden tot hogere stroomkosten. Met bifaciale zonnepanelen levert een grotere afstand tussen zonnepanelen juist meer op, is de gedachtegang van het consortium. Dit omdat ook de achterkant van de zonnepanelen zonlicht omzet in stroom.

700 kilowattpiek
Tijdens het onderzoek wordt in elk testpark minimaal 700 kilowattpiek aan bifaciale zonnepanelen op 4 verschillende manieren gepositioneerd; zuid, oost-west, verticaal, en zonvolgend – te weten draaiend om één as – om te bepalen wat de relatie is tussen effecten op de bodemkwaliteit, biodiversiteit en de stroomopbrengst. Hierdoor is het mogelijk om op basis van kwantitatieve gegevens eco-positieve zonneparken te ontwerpen.

Voor Nederland is het testen van zonnepanelen in verticale opstelling en met een zonvolgend systeem in deze toepassing een primeur. Wageningen Research heeft een meetprotocol opgesteld om de ecologische impact te monitoren en te vergelijken met een nulmeting. Daarbij zal zowel biodiversiteit boven de grond – flora, vogels en insecten – als ondergronds worden gemeten. Ook de bodemvruchtbaarheid en koolstofopslag in de bodem zijn onderwerp van studie.

Financierbaarheid verhogen
Het project wil ook een significante bijdrage leveren aan de financierbaarheid van bi-facial systemen. Tot nu toe blijkt dat nog een barrière te zijn voor de marktintroductie van deze veelbelovende technologie. Een belangrijke uitdaging is hierin om voldoende zekerheid te krijgen over de extra opbrengsten van de achterzijde van deze panelen.

TNO meet daarom de opbrengsten van de verschillende opstellingen in vergelijking tot een normaal zonnepark. Wim Sinke, hoofdonderzoeker zonne-energie bij TNO: ‘Door de opbrengst van tweezijdig werkende zonnepanelen in verschillende opstellingen nauwkeurig te meten, kunnen we laten zien dat ze daadwerkelijk meer elektriciteit per zonnepaneel leveren dan de standaard, enkelzijdig werkende panelen. Het is logisch dat financiers zulk bewijs willen hebben voordat ze erin stappen.’

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten