logo
wvhj2023
© GroenLeven
© GroenLeven
1 mei 2020

Overijssel scherpt voorwaarden zonneparken aan: dubbel ruimtegebruik noodzaak

De provincie Overijssel heeft de voorwaarden voor de aanleg van zonneparken in het landelijk gebied aangescherpt, dubbel ruimtegebruik is noodzaak. Dit staat in een nieuwe versie van de handreiking zonnevelden.

Naar aanleiding van ervaringen in de afgelopen jaren en het coalitieakkoord is de zonneladder scherper en specifieker gemaakt, wat een striktere toepassing mogelijk maakt. Initiatiefnemers voor zonnevelden moeten vanaf nu ook investeren in andere maatschappelijke opgaven zoals klimaat en duurzame landbouw, compensatie voor landschap en natuur, en in meerwaarde voor de omwonenden. Bijvoorbeeld door hen mee te laten profiteren van de opbrengst of door de aanleg van aantrekkelijke voorzieningen.

Zonnevelden sluitstuk
Zonnevelden in het landelijk gebied gelden als het sluitstuk van de zogeheten zonneladder. Initiatiefnemers en gemeenten moeten samen kijken of de zonnepanelen niet op daken of binnen de bebouwde kom in de stad kunnen worden gerealiseerd. Denk bijvoorbeeld aan braakliggende bedrijventerreinen. Gemeenten zijn verantwoordelijk hier een goede mix in samen te stellen, en niet alleen te kijken naar agrarische gronden. In de aangescherpte handreiking zonnevelden die de provincie heeft gemaakt, krijgen initiatiefnemers en gemeenten tips en aanbevelingen voor de aanleg van zonnepanelen.

Zonneladder met 3 treden
De Overijsselse zonneladder en aanpak kent 3 treden. Een multifunctionele invulling van een zonneveld in de groene ruimte is uitgangspunt (trede 1 ‘Stimuleren’ en 2 ‘Combineren’). Pas als gemeente en initiatiefnemer hebben verkend en gemotiveerd dat trede 1 en 2 niet mogelijk zijn, dan komen monofunctionele zonnevelden (trede 3) aan de orde. Goede landbouwgronden worden daarbij ontzien.

  1. Stimuleren van:
    • productie van zonne-energie op daken in bebouwd gebied: woningen, bedrijven, agrarische gebouwen, et cetera.
    • Gebruik van te bebouwen gebieden of bruikbare restruimte: ongebruikte gronden, bedrijventerreinen, boven parkeerterreinen en geluidswallen.
    • Kleine, goed ingepaste velden op agrarische erven (tot circa 2 hectare).
    • Kleine, goed ingepaste zonnevelden van lokale initiatieven in stads- en dorpsranden (tot circa 2 hectare).
  2. Combineren met:
    • Gebiedsopgaven in stads- en dorpsranden en in de groene omgeving zoals klimaatmaatregelen (waterberging en tegengaan bodemdaling), extensivering van landbouw, herstel landschap en biodiversiteit, et cetera. Door verschillende opgaven onder, tussen en rond de zonnepanelen te realiseren, wordt de ruimte multifunctioneel gebruikt. Dit op basis van de 80-20 referentie: 80 procent ruimte voor het zonnepanelenveld en 20 procent ruimte voor groen en/of water.
    • Gebiedsontwikkeling in de groene omgeving, waarbij zonnevelden aansluiten op andere gebiedsontwikkelingen of een energielandschap vormen. Door opgaven met elkaar te verbinden wordt het mogelijk lokale maatschappelijke en sociale doelen te incorporeren in de gebiedsontwikkeling. Dit op basis van de 80-20 referentie: 80 procent ruimte voor het panelenveld en 20 procent ruimte voor groen en/of water.
  3. Limiteren van:
    • Monofunctionele zonnevelden op agrarische grond of op water, primair gericht op produceren van duurzame energie. Dit op basis van de 80-20 referentie: 80 procent ruimte voor het panelenveld en 20 procent ruimte voor groen en/of water. Omdat meervoudig ruimtegebruik ontbreekt, wordt dit gecompenseerd met investeringen in maatschappelijke opgaven buiten het project. Bij locatiekeuzes worden goede landbouwgronden ontzien.

Criteria voor meerwaarde
In provinciale verordening (red. artikel 2.1.8 Kwaliteitsimpuls zonnevelden) is nu vastgelegd dat meerwaarde kan worden aangetoond vanuit de volgende criteria:

  1. De mate waarin sprake is van meervoudig ruimtegebruik (combinaties met andere functies).
  2. Maatregelen die getroffen worden om de impact te beperken en/of te compenseren.
  3. De mate waarin wordt aangesloten op de karakteristieken van het gebied (gebiedseigen/gebiedsvreemd).
  4. Bijdrage aan maatschappelijke doelen (in ieder geval aan de provinciale doelen ten aanzien van duurzaamheid, maar ook aan draagvlak in de omgeving, bijdrage aan maatschappelijke cohesie, (financiële) bijdragen aan maatschappelijke opgaven, enzovoorts).

Verder is vastgelegd dat er mogelijk extra geïnvesteerd moet worden in ruimtelijke kwaliteit. In de provinciale verordening is hiertoe de volgende passage opgenomen: ‘Gelet op de impact die (ook tijdelijke) veldopstellingen van zonnepanelen kunnen hebben op hun omgeving, zal niet alleen de maatschappelijke meerwaarde van het initiatief moeten worden aangetoond, maar zal er ook compensatie moeten plaatsvinden door extra te investeren in de ruimtelijke kwaliteit in de omgeving.’

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten