Het aanbod van de RES-regio is onderdeel van de totale Nederlandse ambitie op het gebied van duurzame energie: het opwekken van 35 terawattuur hernieuwbare energie op land in 2030. De betrokkenen zijn de gemeenten Elburg, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Nunspeet Oldebroek en Putten, de provincie Gelderland en het waterschap Vallei en Veluwe.
0,5 terawattuur
Onderstaande tabel laat de gerealiseerd, in ontwikkeling zijnde en nog te realiseren hoeveel duurzame opwek zien; uitgedrukt in terawattuur.
Status |
Zonne-energie |
Windenergie |
Gerealiseerd |
0,014 terawattuur |
0 terawattuur |
In ontwikkeling |
0,101 terawattuur |
0,105 terawattuur |
Nog te realiseren |
0,28 terawattuur |
|
Totaal |
0,50 terawattuur |
3 varianten
De concept-RES van de regio Noord-Veluwe bestaat uit 3 varianten die elk 0,5 terawattuur aan grootschalige opwekking van elektriciteit bevatten, maar waarvan de ruimtelijke invulling, de impact op de elektriciteitsnetsysteemefficiëntie, en het maatschappelijk en bestuurlijk draagvlak verschillen.
Variant A: bestaande initiatieven en transformatie
Deze variant richt zich op locaties waar al projecten in ontwikkeling zijn en op locaties die – na het benutten van de daken – hoog op de Zonnewijzer van het Gelders Energie Akkoord. Dit betekent het inzetten van meer laagwaardige gronden en het ontzien van natuurgebieden. Landbouwgrond wordt in deze variant zo veel mogelijk gespaard.
De zonnevelden zijn geconcentreerd op bedrijfsterreinen, parkeerplaatsen, zandwinplassen, vuilstorten en daken van bedrijven en stallen en op defensieterrein. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat er locaties beschikbaar komen in het agrarisch gebied door de versnelde transitie in de landbouw als gevolg van de stikstofproblematiek. Op deze locaties kunnen kansen ontstaan voor de kleinschalige en versnipperde inzet van zonnevelden. Hiervoor wordt een link gelegd met het stikstofdossier op nationaal en provinciaal niveau.
Variant B: evenredige kust en schone Veluwe
Deze variant houdt, net als de eerste variant, het bos- en heiderijke deel van de Veluwe vrij van windturbines en zonnevelden. Deze variant zet in op realisatie van zonnevelden en windturbines langs de randmeerzone. Zo wordt het bos- en heiderijke deel van de Noord-Veluwe ontzien, terwijl er wél veel energie wordt opgewekt in vrijwel alle gemeenten. De duurzame elektriciteitsopwekking wordt evenredig verdeeld tussen de gemeenten. Opbrengsten uit zonnevelden kunnen bijvoorbeeld worden ingezet als middel om asbestdaken te saneren en als koppelkans in de transitie van de landbouw en de intensieve veehouderij.
Verder zet deze variant in op het herstellen van kleinschalige landschappen, door voor elke hectare zonneveld ook landschapselementen (bijvoorbeeld singels en houtwallen) te herstellen of extra te realiseren. In deze variant onderzoeken we de mogelijkheid om de energietransitie te koppelen aan de landbouwtransitie zonder het weidevogelgebied aan te tasten.
Variant C: vrije vogels en lokale initiatieven
Deze variant beperkt zich tot twee windclusters op locaties waar windenergie al in ontwikkeling is. De rest van de regio, waaronder het bosrijke deel van de Veluwe en de Randmeerzone, blijft vooralsnog vrij van windclusters. Wanneer er lokale initiatieven zijn vanuit dorpen en buurten geeft deze variant wel ruimte aan circa 10 dorpsturbines verdeeld over de regio. Er wordt maximaal ingezet op perspectief voor locaties met overtollige bebouwing, bijvoorbeeld vrijkomende agrarische bebouwing of percelen. Als deze locaties worden gesaneerd of getransformeerd kunnen in combinatie met de ontwikkeling van zonnevelden, kleinschalige landschappen waar mogelijk hersteld en versterkt worden.
Windturbines en zonnevelden vinden met name een plek in de Veluwerand en het kleinschalige agrarische landschap. Bij knooppunt Hattemerbroek en bij bedrijverterrein Lorentz wordt wind en zon zoveel mogelijk gecombineerd waardoor er daar energielandschappen ontstaan gekoppeld aan duurzame bedrijfsterreinen
Verdeling zon en wind
De verdeling tussen wind- en zonne-energie is in de 3 scenario’s als volgt
Technologie |
Variant A |
Variant B |
Variant C |
Windenergie |
20 windturbines |
23 windturbines |
23 windturbines |
Zonne-energie |
330 hectare |
280 hectare |
380 hectare |
Uitgedrukt in megawatt(piek), vertegenwoordigen de 3 scenario’s de volgende vermogens.
Technologie |
Variant A |
Variant B |
Variant C |
Wind op land |
93,8 megawatt |
110,6 megawatt |
78,6 megawatt |
Zon op land |
230 megawattpiek |
180 megawattpiek |
280 megawattpiek |
Zon op dak |
100 megawattpiek |
100 megawattpiek |
100 megawattpiek |
Uitgedrukt in hectare, vertegenwoordigen de 3 scenario’s de volgende hoeveelheden zonnepanelen.
Technologie |
Variant A |
Variant B |
Variant C |
Zon op grote daken |
100 hectare |
100 hectare |
100 hectare |
Zon langs infrastructuur |
50 hectare |
20 hectare |
0 hectare |
Koppeling energietransitie aan landbouwtransitie |
110 hectare |
65 hectare |
100 hectare |
Zon bij Nuldernauwkust |
70 hectare |
0 hectare |
0 hectare |
Herstel kleinschalige landschappen |
0 hectare |
65 hectare |
150 hectare |
Zon bij zoekgebied wind Drontermeerkust |
0 hectare |
30 hectare |
0 hectare |
Zon bij windcluster knooppunt Hattemerbroek |
0 hectare |
30 hectare |
30 hectare |
Netimpactanalyse
Netbeheerder Liander heeft voor alle 3 de varianten een netimpactanalyse uitgevoerd. In variant A ontstaat er op 11 stations in de regio een knelpunt. Om deze stations uit te kunnen breiden is naar verwachting circa 75 miljoen euro en tussen de 5,6 en 13,4 hectare ruimte nodig. In variant B ontstaat er op 10 stations in de regio een knelpunt. Om deze stations uit te kunnen breiden is naar verwachting circa 90 miljoen euro en tussen de 5,9 en 13,7 hectare ruimte nodig. In variant C ontstaat er op 11 stations in de regio een knelpunt. Om deze stations uit te kunnen breiden is naar verwachting circa 92 miljoen euro en tussen de 5,9 en 13,7 hectare ruimte nodig.