logo
wvhj2023
© ATEPS | Enexis
© ATEPS | Enexis
14 april 2020

Energy Storage NL: ‘Rijk zet goede stap naar uniforme veiligheidsbeoordeling energieopslag’

De Rijksoverheid creëert met de circulaire over de risicobeheersing van lithium-ion-energiedragers een goede stap naar een uniforme veiligheidsbeoordeling in Nederland. Dat stelt Energy Storage NL.

De brancheorganisatie voor energieopslagbedrijven meldt dit in haar reactie op de door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat georganiseerde internetconsultatie over de risicobeheersing van lithium-ionbatterijen. Het ministerie bereidt een zogenaamde circulaire (red. rondschrijven) voor over de risicobeheersing van lithium-ion-energiedragers. Separaat werkt de overheid ook aan Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen (PGS-richtlijnen) voor lithium-ion-energiedragers, te weten de PGS-37.

‘Circulaire enige geldige document’
De circulaire is deels gebaseerd op handreikingen die opgesteld zijn door het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) en de veiligheidsregio’s. De circulaire vervangt hiermee volgens Energy Storage NL tegelijkertijd ook deze handreikingen: ‘Energy Storage NL is daarmee van mening dat deze circulaire het enige geldige document is waar betrokken partijen aan kunnen refereren totdat de PGS-37 is gepubliceerd en Energy Storage NL vraagt het ministerie dit ook expliciet te noemen in de circulaire.’

Ondergrens 25 kilowattuur te laag
Energy Storage NL stelt verder bij het ministerie al meermaals te hebben aangegeven dat de ondergrens van 25 kilowattuur te laag is. ‘Deze ondergrens brengt praktische bezwaren met zich mee: elektrische voertuigen worden op dit moment (om begrijpelijke redenen) uitgezonderd, ook als deze een energieopslagfunctie verlenen. Hiermee wordt echter ook een ongelijk speelveld gecreëerd tussen de toepassing van elektrische voertuigen als energieopslagsysteem en een zelfstandig energieopslagsysteem. De in de circulaire genoemde maatregelen spitsen zich met name toe op grotere systemen die bijvoorbeeld in containers of in specifieke ruimten worden geplaatst. De maatregelen gaan letterlijk over het inrichten van het energieopslagsysteem. Voor kleinere energieopslagsystemen zijn deze maatregelen niet praktisch toepasbaar. Deze zijn eerder te classificeren als apparaten dan als inrichtingen.’

Energy Storage NL stelt daarom voor om de ondergrens van 25 kilowattuur ten minste te verhogen naar 100 kilowattuur, analoog aan de op dit moment grootst beschikbare accucapaciteit voor elektrische personenvoertuigen. Dit zorgt voor gelijkwaardigheid en hiermee worden de genoemde maatregelen ook beter praktisch toepasbaar.

Richtlijnen thuisbatterijen
Energy Storage NL stelt niet de indruk te willen wekken dat er voor kleinere systemen zoals thuisbatterijen geen richtlijnen nodig zijn. ‘De toepassing van ook systemen tot 100 kilowattuur zal, zeker gezien het afbouwen van de salderingsregeling voor zelfopgewekte zonnestroom, in de komende jaren sterk gaan toenemen. Energy Storage NL beveelt daarom aan om specifieke richtlijnen of wetgeving op te stellen voor EOS'en tot 100 kilowattuur (al dan niet ingebouwd in een elektrische auto) die ook van toepassing kunnen zijn op door particulieren toegepaste systemen.’

Zorgen over stortzkoppeling
In haar zienswijze gaat Energy Storage NL ook in op de wens van het ministerie om een stortzkoppeling – ook wel bekend als brandweerkoppeling – voor te schrijven. ‘We begrijpen heel goed waarom in de maatregelen de toepassing van een stortzkoppeling is opgenomen. Deze maatregel biedt de brandweer immers altijd een laatste mogelijkheid om omgevingseffecten te kunnen voorkomen. Er is in de achterban van Energy Storage NL echter ook zorg over deze maatregel. Energy Storage NL pleit er daarom voor om ook duidelijk van tevoren af te spreken (bijvoorbeeld in het calamiteitenplan) wanneer de brandweer deze stortzkoppeling kan inzetten. Energy Storage NL stelt voor om in de circulaire op te nemen dat de stortzkoppeling wordt ingezet wanneer er geen andere mogelijkheid meer is om omgevingseffecten te voorkomen. De stortzkoppeling is daarmee de ‘last-line-of-defence’.’

Daarnaast is Energy Storage NL ook door de deelnemers gewezen op een aantal praktische punten van aandacht:

  • De toepassing van de stortzkoppeling sluit niet aan op geldende en toekomstige (in ontwerp zijnde) internationale normen: Energy Storage NL is van mening dat, aansluitend op internationale normen, als een producent kan aantonen dat propagatie tussen modules of binnen een module niet mogelijk is, de noodzaak voor het plaatsen van een stortzkoppeling vervalt.
  • Het eisen van deze maatregel betekent dat Nederland hiermee zichzelf uitzondert van andere landen en dat dit een specifieke aanpassing vraagt van een energieopslagsysteem voor de Nederlandse markt. Dit zorgt ervoor dat de kosten voor een energieopslagsysteem in Nederland onnodig hoog blijven.

Energy Storage NL stelt daarom voor dat:

  • De eis om een stortzkoppeling te plaatsen vervalt als aangetoond wordt dat propagatie tussen modules of binnen een module niet mogelijk is of als op een andere manier een gelijkwaardige ‘last-line-of-defence’-optie met de brandweer kan worden afgesproken.
  • Bij toepassing van de stortzkoppeling kan deze worden ingezet om een vergelijkbare werking als een sprinklerkop te verkrijgen om op die manier het accucompartiment drastisch te kunnen koelen in geval van een incident.

Lees ook: Consultatie risicobeheersing lithium-ionbatterijen afgerond: negatieve én positieve reacties

Deel dit artikel:
In samenwerking met
storage_magazine_logo

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten