logo
wvhj2023
© Zeeland Refinery
© Zeeland Refinery
9 april 2020

Systeemstudie provincie Zeeland: netbeheerders moeten aan de bak met verzwaringen

De provincie Zeeland heeft een energiesysteemstudie gepresenteerd. In de studie zijn de gevolgen voor de infrastructuur van de uitrol van onder meer zonneparken, zonnedaken en windmolens uitgerekend.

De energiesysteemstudie is uitgevoerd door CE Delft en Royal HaskoningDHV, in opdracht van de provincie Zeeland, de gezamenlijke Zeeuwse gemeenten, netbeheerder Enduris, Smart Delta Resources en North Sea Port, in samenwerking met TenneT en Gasunie. Het helpt SDR en de RES verder in de ontwikkeling naar een duurzaam en energieneutraal 2050. Met als tussendoel 49 procent CO2-reductie in 2030 ten opzichte van 1990.

Niet bedoeld als blauwdruk
‘We hechten eraan te benadrukken dat de scenario’s niet zijn bedoeld als realistische of wenselijke blauwdrukken voor de toekomst, maar juist als uiteenlopende beelden van hoe de toekomst eruit zou kunnen zien’, schrijven de onderzoekers van CE Delft. ‘Hiermee kunnen de netbeheerders in kaart brengen wat er eventueel gevraagd kan worden van de infrastructuur. Een scenario voor 2030 geheel geënt op de Regionale Energie Structuur wordt buiten deze systeemstudie doorgerekend.’

RES 1.0 al klaar
Zeeland zette in de maand maart als eerste regio haar concept Regionale Energiestrategie (concept-RES) om in een RES 1.0 Daarbij herhaalde de RES-regio het doel van 1 gigawattpiek aan zonnepanelen in 2030. Dat doel is onderdeel van de totale Nederlandse ambitie op het gebied van duurzame energie: het opwekken van 35 terawattuur hernieuwbare energie op land in 2030

Om te weten welke knelpunten, kansen, uitdagingen en mogelijke investeringen het met zich meebrengt, is door CE Delft nu de energiesysteemstudie uitgevoerd in samenwerking met netbeheerders TenneT, Gasunie en Enduris.

4 uiterste systeemscenario’s
De studie brengt 4 uiterste systeemscenario’s in beeld. De scenario’s zijn doorgerekend op de mate van impact die de energietransitie kan hebben op de energie-infrastructuur. Waar zijn bijvoorbeeld extra elektriciteitskabels nodig, is er voldoende opwek, hoe zit het met buisleidingen voor waterstof? De belangrijkste knelpunten die voortkomen uit de scenario’s staan in de studie weergegeven. Met aanbevelingen om de transitie in goede banen te leiden. Zodat Zeeland is voorbereid op het nemen van de juiste beslissingen en investeringen voor een goed werkende energie-infrastructuur.

Regionale, Nationale, Internationale of Generieke sturing
In de praktijk zal een mix van elementen uit alle 4 de scenario’s volgens de onderzoekers waarschijnlijker zijn. Elk scenario heeft een ander vertrekpunt vanwaar de energietransitie wordt aangedreven: Regionale Sturing, Nationale Sturing, Internationale Sturing of Generieke Sturing.

Het scenario Regionale Sturing is gericht op veel lokale opwek, gebruik van lokale warmtebronnen, elektrificatie en energiebesparing. Het scenario Nationale Sturing gaat uit van wind op zee aan de basis van een waterstofeconomie. Het scenario Internationale Sturing gaat uit van import van waterstof en biogas. Het scenario Generieke Sturing gaat uit van technologie-neutrale maatregelen om de markt tot CO2-reductie te bewegen, met als resultaat een mix: aardgas met carbon capture en storage, elektrificatie, gebruik van warmte en import van biomassa.

5 belangrijkste knelpunten
Vanuit de 4 scenario’s zijn 5 belangrijke potentiële knelpunten naar voren gekomen. Alle knelpunten spelen al voor het kalenderjaar 2030:

  1. Schouwen-Duiveland en Tholen: hier is een verzwaring van het elektriciteitsnet nodig.
  2. Hulst, Oostburg, Sas van Gent en Vlissingen: ook hier is een verzwaring nodig van het elektriciteitsnet, in dit geval voor groei van de elektriciteitsvraag.
  3. Borssele-Rilland: tekort aan 150-kilovolt-net, tekort bij opwek boven de RES-doelstellingen en tekort aan 380-kilovolt-net in het uiterste scenario met windenergie van 6,9 gigawatt wind op zee in 2050.
  4. Verbindingen onder de Westerschelde: deze zijn onvoldoende voor elektrificatie van de industrie en waterstofproductie in Zeeuws-Vlaanderen. Om een klimaatneutrale industrie te realiseren, zou Zeeuws-Vlaanderen kunnen worden aangesloten op het 380-kilovolt-net, als extensie vanuit station Borssele. Andere alternatieven zijn een verbinding vanuit Vlaanderen of om de waterstofproductie te laten plaatsvinden in de buurt van Borssele. TenneT gaat deze gelijkwaardige alternatieven samen met stakeholders nader onderzoeken.
  5. Buisleidingen: de huidige buisleidingen bieden voldoende capaciteit voor transport van methaan, waterstof en CO2 in 2050. In de periode rond 2030 echter kan niet in alle scenario’s tegelijkertijd het gewenste transport van waterstof en CO2 plaatsvinden met de bestaande infrastructuur. Nader onderzoek is nodig en mogelijke oplossingsrichtingen zijn de inzet van andere bestaande buis­leidingen, transport door Vlaanderen, transport per schip, aanleg van nieuwe leidingen of een combinatie van deze opties.
Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten