logo
wvhj2023
© Enexis
© Enexis
5 februari 2020

Congestie onvoldoende aannemelijk: rechter verplicht Enexis tot beschikbaar stellen transportcapaciteit

De rechtbank Oost-Brabant heeft Enexis in een kort geding verplicht om de Zehnder Group in Zwolle transportcapaciteit beschikbaar te stellen. De netbeheerder heeft fysieke congestie onvoldoende bewezen.

Zehnder spande tegen de netbeheerder een kort geding aan omdat deze weigerde transportcapaciteit beschikbaar te stellen. Volgens de rechter heeft Enexis ten onrechte het principe ‘first come, first served’ toegepast en is fysieke congestie onvoldoende aannemelijk geworden.

Subsidie verloopt
Zehnder heeft met Enexis al een aansluit- en transportovereenkomst. De netaansluiting die hier onderdeel van is, voorziet in het gebruik van elektriciteit door Zehnder. Het bedrijf is voornemens om op zijn bedrijfspand zonnepanelen te plaatsen en daarmee zelf elektriciteit op te wekken. De opgewekte elektriciteit die Zehnder niet zelf gebruikt, wil zij kunnen invoeden op het netwerk van Enexis. De bestaande aansluit- en transportovereenkomst voorziet niet in de mogelijkheid van het terugleveren van zonnestroom door Zehnder op het netwerk van Enexis.

Begin 2017 heeft het bedrijf contact opgenomen met Enexis om zich te informeren over de consequenties van de aanleg van zonnepanelen. Zehnder heeft daarbij aangegeven dat het totale vermogen van de zonnepanelen 1,41 megawattpiek zou gaan bedragen. Nadien is er tussen Zehnder en Enexis regelmatig contact geweest over de zonnepanelen. Tot op heden heeft dit echter niet geleid tot het beschikbaar komen van transportcapaciteit. In verband met het verlopen van de subsidie van de Stimuleringsregeling Duurzame Energie (SDE+) moeten de zonnepanelen uiterlijk op 10 mei 2020 in gebruik worden genomen.

Transportschaarste
In mei 2019 heeft Enexis aan Zehnder bericht dat teruglevering van elektriciteit op het stroomnet niet mogelijk is, omdat er in het gebied waar het bedrijf gevestigd is transportschaarste is. Daardoor is volgens Enexis enkel het opwekken van elektriciteit voor eigen gebruik mogelijk.

De advocaat van Zehnder heeft afgelopen oktober aan Enexis laten weten dat de netbeheerder ten onrechte weigert om een aanbod te doen voor een transportcapaciteit van 1,41 megawatt voor invoeding op de bestaande aansluiting van Zehnder. Enexis is daartoe volgens Zehnder verplicht op grond van artikel 24 van de Elektriciteitswet. Enexis doet volgens Zehnder een beroep op een niet-geldige weigeringsgrond, namelijk contractuele congestie. Bovendien is het gehanteerde ‘first come, first served’-principe in strijd met het discriminatieverbod van de Elektriciteitswet.

Weigeringsgrond
In dit nu behandelde kort geding vroeg Zehnder de rechtbank om Enexis te bevelen binnen 1 week na het vonnis een aanbod te doen voor 1,2 megawatt transportcapaciteit op de bestaande aansluiting van Zehnder.

In het verweer heeft Enexis bij de rechtbank aangedragen dat het Zehnder ontbreekt aan voldoende spoedeisend belang. De netbeheerder stelt verder terecht een beroep te doen op de weigeringsgrond, want op het moment dat Zehnder een correcte voor Enexis bruikbare aanvraag tot het doen van een aanbod had gedaan (red. op 19 december 2019), was het netwerk van Enexis volgelopen. Nu er geen ruimte is voor Zehnder op het netwerk heeft Enexis het bedrijf naar eigen zeggen terecht in de wachtrij geplaatst.

Wel voldoende spoedeisend belang én discriminatie
De rechter oordeelt dat Zehnder wel voldoende spoedeisend belang heeft bij de gevorderde voorziening. Het bedrijf moet de zonnepanelen tijdig in gebruik hebben genomen omdat het anders zijn SDE+-subsidie kwijtraakt. De rechter hierover: ‘De deadline voor ingebruikname is vastgesteld op 10 mei 2020. De zonnepanelen moeten voor die tijd nog geplaatst en aangesloten worden. Het is logisch dat Zehnder daarmee wacht tot zij weet dat het de opgewekte elektriciteit die zij zelf niet nodig heeft, kan terugleveren op het elektriciteitsnetwerk. Zij heeft er dus belang bij dat zij zo spoedig mogelijk van Enexis een aanbod ontvangt voor transportcapaciteit die teruglevering mogelijk maakt. Voor zover Enexis stelt dat Zehnder om verlenging van de termijn voor ingebruikname kan verzoeken, geldt dat Zehnder stelt dat zij een dergelijk verzoek al heeft gedaan en dat dit verzoek door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) is afgewezen.’

In soortgelijke en eerdere vonnissen is volgens de rechtbank Oost-Brabant door de voorzieningenrechter ook al overwogen dat het principe ‘first come, firste served’, waarbij bij de verdeling van de transportcapaciteit voorrang wordt gegeven aan aangeslotenen die reeds hebben gecontracteerd, in strijd is met het discriminatieverbod. Enexis hanteert volgens de rechter bovendien ten onrechte 19 december 2019 als datum waarop Zehnder haar aanvraag om transportcapaciteit heeft ingediend. Zehnder had namelijk al per e-mail van 12 februari 2019 een aanvraag ingediend. Op dat moment was er volgens Enexis nog geen sprake van (contractuele) congestie op het betreffende deel van het netwerk.

Onjuiste uitleg aan begrip fysieke congestie
Enexis doet in het kort geding met Zehner een beroep op contractuele congestie als weigeringsgrond voor het doen van een aanbod. Dat standpunt is naar het oordeel van de rechter vanwege beschikbare jurisprudentie onjuist. Dat het netwerk niet alleen contractueel, maar ook feitelijk vol zit en dus dat sprake is van fysieke congestie is door Enexis in het geval van Zehnder onvoldoende aannemelijk gemaakt. De netbeheerder heeft onvoldoende inzichtelijk gemaakt in hoeverre de gecontracteerde transportruimte door de afnemers ook daadwerkelijk wordt gebruikt. Daarbij geldt dat Enexis naar het oordeel van de rechter een onjuiste uitleg geeft aan het begrip fysieke congestie.

In feite is dat volgens Enexis hetzelfde als contractuele congestie. Enexis stelt namelijk ‘in de fysieke congestie al datgene te zien wat op basis van meetwaarden en nabij te verwachten benutting op basis van contractswaarden dreigende transportschaarste gaat opleveren’. In hoeverre die contractwaarden ook daadwerkelijk feitelijk worden benut, wordt door Enexis in het midden gelaten. Het door Enexis overgelegde onderzoeksrapport, biedt op dat punt volgens de rechtbank evenmin duidelijkheid. Een netbeheerder dient eerst congestiemanagement toe te passen voordat een aanbod mag worden geweigerd op grond van fysieke congestie. De conclusie van de onderzoekers in hun rapport dat congestiemanagement in dit specifieke geval niet mogelijk is, betekent naar het oordeel van de rechter dan ook niet dat daaruit moet worden afgeleid dat er sprake is van fysieke congestie.

Onvoldoende aannemelijk
Slotsom van de rechter is dan ook dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat er sprake is van fysieke congestie. Dat leidt tot de conclusie dat Enexis onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij redelijkerwijs geen capaciteit ter beschikking heeft.

De voorzieningenrechter heeft Enexis daarom nu veroordeeld binnen 1 week na betekening van het vonnis aan Zehnder  (red. de uitspraak heeft plaatsgevonden op 30 januari 2020) om een aanbod te doen voor 1,2 megawatt transportcapaciteit. Doet Enexis dit niet, dan is de dwangsom 10.000 euro per dag tot een maximum van 150.000 euro. Enexis is als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij bovendien veroordeeld tot het betalen van de proceskosten à 1.717,83 euro.

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten