Nederland produceert minste hernieuwbare energie van Europese Unie

De volledige top 3 – bestaande uit Zweden, Finland en Letland – heeft het 2020-doel van de Europese Unie al behaald. In totaal hebben 12 landen hun doel al behaald.

20 procent
De slechtst presterende landen – naast Nederland onder meer Ierland, het Verenigd Koninkrijk, België, Luxemburg en Malta – hebben allemaal het 2020-doel nog niet bereikt. De cijfers – die het beeld tot en met eind 2018 laten zien – zijn bekendgemaakt door het Europese bureau voor de statistiek Eurostat.

De Europese Unie wil 20 procent van haar energie in 2020 duurzaam opwekken; een percentage dat moet doorgroeien naar 32 procent in 2030.

Nederland en Frankrijk verste weg van doel
Zweden had verreweg het grootste aandeel hernieuwbare energie. In 2018 haalde het land meer dan de helft – 54,6 procent – van zijn energie uit hernieuwbare bronnen. Aan de andere kant werd het laagste aandeel hernieuwbare-energiebronnen geregistreerd in Nederland, te weten 7,4 procent.

De nationale doelstellingen houden rekening met verschillende uitgangspunten zoals het potentieel voor hernieuwbare energie en economische prestaties. Van de landen die hun doel nog niet bereikt hebben, is Roemenië het dichtste bij. Het Zuid-Europese land is slechts 0,1 procentpunt verwijderd van zijn nationale doelstelling voor 2020. Hongarije, Oostenrijk en Portugal zijn minder dan 1 procentpunt verwijderd van het target en Duitsland, Luxemburg en Malta zijn ongeveer 2 procentpunt verwijderd van hun 2020-doelstellingen. Ook hier scoort Nederland het slechtst. Per eind 2018 is Nederland 6,6 procentpunt verwijderd van het doel, gevolgd door Frankrijk en Ierland die respectievelijk 6,4 en 4,9 procentpunt zijn verwijderd van hun doelen.