Met de analysekaarten wordt voor alle RES-regio’s een eenduidige set basisgegevens over energiegebruik, -productie en -infrastructuur opgeleverd.
De analysekaarten bevatten meer actuele data met meer informatie over bestaande zonneparken en kennen een gebruiksvriendelijker kaartviewer. Bovendien is er meer informatie over de gebieden waar nadere toetsing van initiatieven noodzakelijk is. Daarbij valt te denken aan onderwerpen als Natuurnetwerk Nederland, stiltegebieden en Natura 2000.
Zon op dak: 12,5 tot 30 procent benutting
Uit de verantwoording van de bronnen en methoden van de analysekaarten blijkt dat de theoretische potentie zonne-energie berekend wordt op basis van oppervlakten die geschikt zijn voor zonne-energie. Om een inschatting te maken van het bestaande dakoppervlak is aangenomen dat het grondvlak gelijk is aan het dakoppervlak. Niet alle gebouwen zijn in de potentieberekeningen meegenomen. Kassen zijn uitgesloten, net als kleine bijgebouwen in de gebouwde omgeving zoals schuurtjes. Voor daken geldt dat er 3 verschillenden benuttingspercentages zijn. Het benutbaar oppervlak wordt bepaald op basis van kenmerken van gebouwen:
Voor zonnedaken binnen de RES geldt er een ondergrens van daken met een opwek van >15 kilowattpiek per dak. In het Klimaatakkoord wordt de ambitie voor meer grootschalige opwek gestimuleerd door enkel opwek boven deze grens van 15 kilowattpiek mee te laten nemen in het groter doel van 35 terawattuur hernieuwbare elektriciteit in 2030.
Zon op land: 4 procent landbouwgrond benutten
Bij de theoretische energiepotentie op landbouwgrond gaat het volgens de verantwoording van de analysekaarten over een transformatie van deze landbouwgronden: ‘Dit houdt in dat de huidige functie, het bedrijven van landbouw, dan wordt vervangen door het opwekken van zonne-energie. De gronden die opgenomen zijn in de berekeningen zijn alle geregistreerde landbouwpercelen in de Basisregistratie gewassenpercelen. Het uitgangspunt voor landbouwgrond is dat 50 procent van het oppervlak effectief benut kan worden en hierbij worden akkerland en grasland als gelijk beschouwd. De maximale potentie van zonne-energie op landbouwgrond is een transformatie van 100 procent van dit benutbaar areaal. In het Klimaatakkoord wordt uitgegaan van 4 procent.’
Zon op water: 3 tot 10 procent benutting
De potentieberekening van zonne-energie op oppervlaktewater gaat uit van het bestaande waterareaal dat valt onder de Kaderrichtlijn Water. Het gaat daarbij om wateren die groter zijn dan 0,5 vierkante kilometer en waar scheepvaart een beperkte rol speelt. De kansrijkheid van zonne-energie op water is afhankelijk van de golfslag die wordt veroorzaakt door de invloed van wind op het water. Er gelden 3 golfslagklassen met verschillende opbrengstwaarden en een benuttingswaarde:
Zon op stortplaatsen: 20 procent benutting
‘Uit het oogpunt van duurzaam stortbeheer en dynamische ruimtelijke ontwikkeling wordt het vanuit de Nazorg Voormalige Stortplaatsen wenselijk geacht om te zoeken naar nieuwe toepassingen van ruimtegebruik voor deze stortplaatsen’, is te lezen in de verantwoording van de analysekaarten. ‘Het opwekken van zonne-energie wordt gezien als een duurzame toepassing.’ Voor stortplaatsen gaat men uit van een benuttingspercentage voor zonne-energie van 20 procent.
De maart 2025-editie van Solar Magazine is verschenen. Het tijdschrift bevat artikelen over de vakbeurs Solar Solutions Amsterdam, zonnecarports, het productteam circulaire zonnepanelen en de zakelijke zonnedakenmarkt.