De Transitievisie Warmte komt voort uit het Klimaatakkoord. In het Klimaatakkoord is namelijk vastgelegd dat uiterlijk eind 2021 een Transitievisie Warmte opgesteld dient te zijn, waarin het tijdpad waarin wijken worden verduurzaamd is vastgelegd.
Regionale Energiestrategie
De Transitievisie Warmte hangt nauw samen met de Regionale Energiestrategie (RES), Regionale Structuur Warmte (RSW) en wijkuitvoeringsplannen. Provincies en gemeenten werken de Regionale Structuur Warmte uit in regionale warmteplannen. Hierin worden de regionale warmtevraag en de beschikbaarheid van warmtebronnen over de verschillende regio’s verdeeld. Iedere Nederlandse gemeente stelt samen met stakeholders, waaronder de netbeheerders, voor eind 2021 een Transitievisie Warmte op. Daarin staan mogelijke oplossingen voor duurzaam, aardgasvrij verwarmen en koken. De Transitievisie Warmte geeft richting bij de aanpak en bevat een wijk-voor-wijk-stappenplan dat alle partijen houvast geeft voor de globale planning van de wijken. Voor wijken die voor 2030 van het aardgas afgaan, moeten ook de alternatieven zijn beschreven. De Transitievisie Warmte wordt getoetst aan de Regionale Structuur Warmte om ervoor te zorgen dat de beschikbare warmtebronnen ook op regionaal niveau voldoende warmte kunnen leveren.
Om de gebouwde omgeving aardgasvrij te maken, zijn er verschillende aardgasalternatieven beschikbaar. Die variëren van volledig elektrisch verwarmen, tot een warmtenet dat gebruikmaakt van zonnewarmte of duurzame gassen. Waar welke warmteoplossing wordt gekozen, hangt af van verschillende dingen zoals de beschikbaarheid van warmtebronnen, type bebouwing en wensen van bewoners.
Samenwerking met netbeheerder onontbeerlijk
‘Het opstellen van de Transitievisie Warmte vormt een complexe en ingewikkelde opgave waar veel stakeholders bij betrokken zijn, waaronder de netbeheerder’, schrijft Netbeheer Nederland. ‘De netbeheerder is verantwoordelijk voor de aanleg en het onderhoud van de elektriciteits- en gasnetten. De kans is groot dat daarin aanpassingen nodig zijn, wanneer gemeenten keuzes maken voor aardgasalternatieven. Het is belangrijk dat daarbij onder meer gekeken wordt naar doorlooptijd en naar de ruimtelijke impact van die aanpassing. Samenwerking is daarom onontbeerlijk. Ook omdat de netbeheerder beschikt over data en kennis van energie, die kan helpen bij de te maken keuzes.’
In het informatiepakket dat nu is verschenen, wordt de rol van de netbeheerder toegelicht. Ook staat beschreven hoe de netbeheerder de gemeente kan ondersteunen bij het maken van een visie. Het document is in eerste instantie bedoeld voor iedereen die zich bij de gemeente bezighoudt met het opstellen van de Transitievisie Warmte. Het informatiepakket is geen statisch document, maar wordt voortdurend doorontwikkeld.