logo
wvhj2023
hero-image
14 augustus 2019

Rijksvastgoedbedrijf wil agrarische bestemming niet wijzigen: zonnepark Lelystad kleiner

Uit een uitspraak van de rechtbank van Den Haag blijkt dat het Rijksvastgoedbedrijf in zijn recht staat om de agrarische bestemming van een stuk land niet te wijzigen ten faveure van een zonnepark.

De 3 eisers in de rechtszaak – een akkerbouwer, Lelyhaeve Partners en Lelystad Airport Logistics II – zijn door de voorzieningenrechter in het ongelijk gesteld. De eisers hadden de Staat der Nederlanden, meer in het bijzonder het Rijksvastgoedbedrijf, voor de kwestie voor de rechter gedaagd. De weigering van het Rijksvastgoedbedrijf om medewerking te verlenen is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid volgens de rechter niet onaanvaardbaar.

Noodzakelijke medewerking
Voor fase 1 van de ontwikkeling van het zonnepark is eerder al een wijziging van het bestemmingsplan vastgesteld en is door de gemeente Lelystad een omgevingsvergunning verleend. Voor de volgende fase zijn de extra gronden nodig. De eisers vroegen de rechtbank daartoe om alle noodzakelijke medewerkingen en toestemmingen te verlenen, waaronder de wijziging van de erfpachtbestemming en de vestiging van een opstalrecht voor de duur van ten minste 25 jaar om de volgende fase van het zonnepark op de 2 betreffende percelen te kunnen realiseren.

De voorzieningenrechter stelt dat het Rijksvastgoedbedrijf zelf de bevoegdheid heeft om te bepalen of het gronden in erfpacht uitgeeft en met welk doel. De voorzieningenrechter stelt allereerst vast dat tijdens de rechtszaak niet aannemelijk is geworden dat het Rijksvastgoedbedrijf op enig moment toezeggingen heeft gedaan of de verwachting heeft gewekt dat de beoogde medewerking van het Rijksvastgoedbedrijf om het zonnepark te realiseren zou worden verleend.

Erfpachtovereenkomst
Bovendien sluit de huidige erfpachtovereenkomst tussen het Rijksvastgoedbedrijf en de akkerbouwer ander gebruik dan agrarisch gebruik van de erfpachtgronden uit. De erfpachtovereenkomst en de bijbehorende algemene voorwaarden kennen geen bepaling waarmee de bestemming van de erfpachtgronden kan worden gewijzigd in een andere dan agrarische bestemming. Dit betekent dat er volgens de voorzieningenrechter een nieuwe overeenkomst gesloten zou moeten worden.

Het Rijksvastgoedbedrijf heeft hiertoe inmiddels zelf met nieuw vastgesteld beleid te maken (red. de nota ‘Ingebruikgeving van agrarische gronden van het Rijk voor het opwekken van hernieuwbare energie’). In deze nota is, voor zover nu relevant, het volgende opgenomen: ‘De pachtcontracten, die de agrarische ondernemers met het Rijksvastgoedbedrijf sluiten, gaan uitdrukkelijk uit van agrarisch gebruik. Voor het in gebruik geven van gronden voor andere doeleinden dan agrarische (waaronder ook het produceren van hernieuwbare energie) dient een andere ingebruikgevingsovereenkomst gesloten te worden. Als privaatrechtelijk beheerder van agrarische gronden van de Staat is het Rijksvastgoedbedrijf gehouden aan het marktconform, openbaar en transparant handelen. Dit betekent, dat het geen voorkeursrecht kan geven aan (erf)pachters, die het agrarisch gebruik willen inwisselen voor niet-agrarisch gebruik, zoals het exploiteren van zonnepanelen.’

De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van de eisers daarom af.

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten