Provincie Drenthe: vergunningen zonneparken ook geldig bij komst nationale zonneladder

Uit een door de SP-fractie opgevraagd overzicht zou blijken dat er in Drenthe 47 plannen voor zonneparken bekend zijn. In totaal gaat het om ongeveer 684 hectare met een totaalvermogen van 594 megawattpiek. Van die 47 plannen heeft het merendeel een vergunning gekregen. Van 8 plannen zijn de vergunningen nog niet afgegeven.

Reeds afgegeven vergunningen
Wim Moinat, lid van de SP-fractie, wilde van Gedeputeerde Staten onder meer weten of de ophanden zijnde nationale zonneladder nog effect heeft op reeds afgegeven vergunningen, of deze nog in te trekken zijn en of er participatieplannen zijn voor alle zonneparken.

‘Een eventueel toekomstige zonneladder heeft geen effect op eerder genomen besluiten’, schrijven Gedeputeerde Staten in hun antwoord. ‘In dit geval heeft het dus geen effect op de reeds afgegeven vergunningen. De provincie is wettelijk niet bevoegd voor de vergunningverlening van zonneparken. De gemeenten hebben die bevoegdheid.’

Oud versus nieuw beleid
Volgens Gedeputeerde Staten is het overgrote deel van de plannen tot stand gekomen onder het regime van het oude omgevingsbeleid. ‘In dat beleid waren geen specifieke eisen voor participatie opgenomen. In de nieuwe Omgevingsvisie hebben wij opgenomen dat bij zonneparken een participatieplan is vereist. De uitvoeringsverantwoordelijkheid voor de projecten en participatieplannen ligt in eerste instantie bij de gemeenten. Wij zien erop toe dat het beleid gestalte krijgt binnen de door Provinciale Staten in het omgevingsbeleid gestelde kaders. Wij geven zo nodig een advies, zienswijze of aanwijzing vanuit onze verantwoordelijkheid en rol bij de beoordeling van ruimtelijke plannen. Zoals met Provinciale Staten besproken, rapporteren wij op hoofdlijnen over de uitvoering van ons beleid en gaan wij niet allerlei individuele gevallen met Provinciale Staten bespreken.’

Volgens Gedeputeerde Staten zijn er geen plannen voor zonneparken formeel afgewezen. ‘Wel zijn er plannen die in de voorfase van besluitvorming zijn aangepast of niet zijn doorgezet. Verder zijn er ook ruimtelijke plannen die op onderdelen door de gemeenten zijn aangepast naar aanleiding van provinciale adviezen.’