De Wet natuurbescherming is gecreëerd om Nederlandse natuurgebieden en planten- en diersoorten te beschermen. Ruim 2 jaar na invoering worden in de praktijk de eerste grote gevolgen van de wet zichtbaar. Voor de woningcorporaties betekent de Wet natuurbescherming een forse streep door de rekening met de wetenschap dat pas 116.000 van de ruim 2 miljoen huurwoningen van zonnepanelen zijn voorzien (red. peildatum 1 juli 2018). Een doorn in het oog van de zonne-energiesector, want het marktsegment van de woningcorporaties begint net op stoom te komen.
‘Als ecologen zijn we het al jarenlang gewend om onderzoek te doen naar beschermde soorten bij ruimtelijke ontwikkelingen zoals woningrenovaties. Voor veel woningcorporaties is het echter nieuwe materie.’ Dit stelt Femke van Schie, teamleider Ecologie bij Movares. Als ecoloog erkent Van Schie de complexiteit die de Wet natuurbescherming met zich meebrengt. ‘Te meer omdat de gebouwbewonende diersoorten – de huismus, de gierzwaluw en de vleermuis – zo’n beetje overal in Nederland voorkomen. In feite zullen woningcorporaties enkel bij woningen met platte daken geen last hebben van de aanwezigheid van deze diersoorten voor het plaatsen van zonnepanelen. Dit betekent dat woningcorporaties genoodzaakt zijn om in de broedperiodes voorafgaand inspecties te doen voor de uit te voeren werkzaamheden.
‘De Wet natuurbescherming hoeft voor woningcorporaties die zonnepanelen willen plaatsen niet ingewikkeld te zijn, maar kost vaak wel tijd. Tijdig beginnen met ecologisch onderzoek is een eerste vereiste.’ Dat betoogt Jan van Vulpen, advocaat bij Hekkelman Advocaten.