
Energiewetenschappers Geert Litjens en Bhavya Kausika hebben samen met hoogleraren Ernst Worrell en Wilfried van Sark de factoren onderzocht die voor een langere periode van invloed zijn bij de installatie van zonnepanelen op daken in een stad. De onderzoekers concluderen dat het veel uitmaakt in welke wijk men inzet op zonne-energie. In de ene wijk zijn bijvoorbeeld de ‘dakvoorwaarden’ minder gunstig en een andere wijk zou in theorie een elektriciteitsoverschot kunnen produceren. De productie van zonne-energie stelt bovendien eisen aan het elektriciteitsnetwerk. Ook daar verschilt de situatie per wijk, zo blijkt uit dit onderzoek. De netwerkbeheerders kunnen met de resultaten uit het onderzoek beter inschatten in welke wijken het huidige netwerk aanpassingen nodig heeft bij het volledige gebruik van het potentieel aan zonnepanelen.
De onderzoekers namen de stad Utrecht als uitgangspunt, maar hun onderzoeksresultaten zijn ook toepasbaar op andere steden. De onderzoekers keken voor elk van de 88 Utrechtse wijken naar bouwkundige aspecten zoals de hoogte van gebouwen, hellingen en oriëntatie van de daken, maar ook naar sociaal-economische factoren zoals gezinssamenstelling per woning of het aantal auto’s per wijk. Met behulp van de bouwkundige gegevens berekenden ze het potentiële overschot aan zonne-energie dat een wijk zou kunnen produceren, of juist een beperking in de opbrengst. Ook keken ze naar de mogelijkheden voor opslag. Al deze meetgegevens resulteerden in een digitale stadskaart die per wijk de (on)mogelijkheden en de consequenties laat zien van de aanleg van zonnepanelen.
De cijfers laten bijvoorbeeld voor de binnenstad van Utrecht zien dat daar het dakoppervlak te klein is om met zonne-energie te voldoen aan de elektriciteitsvraag. Deze wijk laat een hoog eigenverbruik zien, maar een lage zelfvoorzieningsgraad. Er is dus weinig overschot van zonne-energie en opslag is niet aanbevolen. Daarentegen is er in een wijk als Leidsche Rijn relatief veel dakoppervlak beschikbaar voor zonnepanelen. In deze wijk kan bijna 40 procent van het elektriciteitsverbruik direct uit zonnepanelen gehaald worden. Het aandeel eigenverbruik is ook 40 procent, dus de overige 60 procent van de opgewekte elektriciteit wordt geëxporteerd naar het netwerk. Dit overschot van zonne-energie kan in de wijk worden opgeslagen om het eigenverbruik en de zelfvoorzieningsgraad te verhogen.
De Solar & Storage Magazine Marktgids 2026 is verschenen. De jaarlijks terugkerende marktgids biedt een totaaloverzicht van de energieopslag- en zonne-energiemarkt en is een bijlage van de december 2025-editie van Solar & Storage Magazine. De marktgids kent dit jaar 14 rubrieken en bovendien zijn in samenwerking met een groot aantal bedrijven en organisaties de belangrijkste ontwikkelingen qua projecten, markt en technieken in kaart gebracht.