logo
wvhj2023
hero-image
7 augustus 2018

Universiteit Utrecht: goede zomer voor zonnepanelen, maar staar je niet blind op cijfers KNMI

De maand juli was warm, droog en zonnig. Gouden tijden voor bezitters van zonnepanelen, doet een blik op het aantal zonne-uren vermoeden. Maar de zaak ligt een stuk genuanceerder, betoogt de Universiteit Utrecht.

Zonne-energiedeskundige Wilfried van Sark van de Universiteit Utrecht: ‘Juli brak veel records. Het was uitzonderlijk droog en zonnig. Het aantal zonne-uren was volgens KNMI 341 uur, het hoogste aantal ooit, terwijl dat normaal in juli gemiddeld 206 is. Zonnepanelen leveren daarom veel meer op dan in een normale julimaand, of toch niet? Bezitters van zonnepanelen hadden een zeer goede maand in juli. Maar ze moeten zich niet blindstaren op het aantal zonne-uren (red. in de maand juni werd in Nederland een recordhoeveelheid zonnestroom geproduceerd).

Maar het ene zonne-uur is het ander niet stelt Van Sark. ‘Een felle zon of een zwak zonnetje kunnen allebei even lang schijnen, terwijl de hoeveelheid zonne-energie aanzienlijk kan verschillen.

Van Sark legt uit dat de zonneschijnduur door het KNMI tot 1992 bepaald werd met de zogenaamde Campbell-Stokes zonneschijnmeter. ‘Een bolvorming brandglas beeldt de zon af op een stuk papier, en als de zon sterk genoeg is dan zie je een brandspoor. De lengte daarvan over een dag gemeten geeft dan de zonneschijnduur. Tegenwoordig wordt de zonne-intensiteit gemeten in watt per vierkante meter (W/m2), en daarvan wordt de zonneschijnduur afgeleid. De zonneschijnmeter maakt alleen een brandspoor als de zonne-intensiteit tenminste 120 W/m2 is. Maar bij volle zon is de zonne-intensiteit bijna tien maal zo groot: 1000 W/m2. Of de zon een uur lang bij volle intensiteit schijnt of veel zwakker – maar wel meer dan 120 W/m2 – maakt voor het bepalen van de zonneschijnduur niet uit. Maar wel voor de opbrengst van zonnepanelen.’

Een uur lang volle zon levert veel meer energie op dan een uur lang een zwak zonnetje. De relatie tussen zonne-intensiteit en zonneschijnduur is weergegeven in de bovenstaande figuur, voor alle beschikbare gegevens sinds 1 januari 1900 voor de Bilt. ‘Inderdaad, hoe langer de zonneschijnduur, hoe meer instraling, maar de relatie is niet eenduidig. In dezelfde figuur zijn ook de gegevens voor de maanden juli 2017 en 2018 weergegeven’, deed Van Sark.

De maand juli 2018 was inderdaad veel zonniger dan juli 2017, met ruim 70 procent meer zonne-uren. Maar wat betreft zonne-intensiteit was juli 2018 ‘slechts’ 33 procent zonniger dan juli 2017. Daar komt volgens Van Sark nog bij dat juli dit jaar uitzonderlijk warm was, hetgeen de opbrengst van zonnepanelen negatief beïnvloedt. 

‘De conclusie’, vraagt Van Sark. ‘Bezitters van zonnepanelen hadden een zeer goede maand in juli. Maar ze moeten zich niet blindstaren op het aantal zonne-uren. Het zou het KNMI sieren voortaan ook de zonne-intensiteit te communiceren naast de zonneschijnduur.’

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten