Bijvoorbeeld de Regionale Energiestrategieën (RES’en). Dat roept de vraag op of dit gemeengoed is in Nederland. En hoe zit het eigenlijk met de gemeenten? Zij moeten dit jaar in een Transitievisie Warmte aangeven hoe zij tot een aardgasloze gebouwde omgeving willen komen. Krijgt zonnewarmte daarin de plek die ze verdient?
Regionale Structuur Warmte
In hun RES’en geven 30 Nederlandse regio’s aan hoe het best duurzame elektriciteit op land opgewekt kan worden. Daarmee geven ze invulling aan het Klimaatakkoord. Onderdeel van een RES is de Regionale Structuur Warmte (RSW). Die behandelt onder andere de warmtevraag, het warmteaanbod en mogelijkheden voor een nieuwe, duurzame, regionale warmte-infrastructuur. Door de RSW af te stemmen met de gemeenten – zij maken hun eigen plannen in hun Transitievisie Warmte (TVW) – wordt ‘dubbelgebruik en het onbenut laten van bronnen’ voorkomen.
Complex en omvangrijk
‘Het zijn parallelle trajecten’, vertelt Lex Bosselaar, senior adviseur warmte en koude bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). ‘Veel gemeenten maken nu snelheid. Zo’n 80 tot 90 procent is er bovendien al serieus mee bezig. Daarbij kijken ze op buurt- en wijkniveau hoe ze woningen en andere gebouwen van het gas af kunnen halen. Ze schetsen hun langetermijnstrategie en acties tot 2030. De klus – 100 procent CO2-neutraal – hoeft pas in 2050 geklaard te zijn. Tussentijdse aanpassingen zijn dus mogelijk. Dat is ook goed. De puzzel die ze moeten leggen, is complex en omvangrijk.’
De juni 2024-editie van Solar Magazine is verschenen. Het tijdschrift bevat artikelen over de toekomst van de Nederlandse pv-markt, het potentieel van de directe lijn, balkonzonnepanelen en het verhogen van het zelfverbruik.