logo
wvhj2023
© Enexis
© Enexis
21 oktober 2019

Top-10-projectontwikkelaars krijgen tientallen negatieve transportindicaties: deel bedrijven overweegt rechtszaak

Een deel van de top 10 van bedrijven met het grootste portfolio aan SDE+-projecten overweegt een gang naar de rechter omdat zij negatieve transportindicaties hebben gekregen van netbeheerders Liander en Enexis.

Dit blijkt uit een rondgang van de redactie van Solar Magazine bij de 10 projectontwikkelaars met de grootste portefeuilles aan subsidiebeschikkingen van de Stimuleringsregeling Duurzame Energie (SDE+). Netbeheerders Liander en Enexis hebben al honderden negatieve transportindicaties aan projectontwikkelaars afgegeven. Daartegenover staat dat alle andere netbeheerders vooralsnog enkel positieve indicaties hebben afgeven.

‘Honderden projecten gaan niet door’
Een van de absolute marktleiders spreekt grote zorgen uit omdat hele gebieden op slot gaan. Voor het bedrijf heeft dit verstrekkende gevolgen. ‘We weten niet wanneer er weer transportcapaciteit is, omdat dit niet wordt aangegeven door de netwerkbedrijven. Het gaat om honderden projecten die niet door kunnen gaan. Dat is een groot gevaar voor de energietransitie en de doelstellingen van het Energieakkoord en het Klimaatakkoord. Een groot gevaar voor nu, maar ook voor de toekomst. Met de transportindicatie voor subsidie kan het wel of niet laten doorgaan van een project nu nog worden geregeld, maar er komt een moment dat er voor zonne-energieprojecten geen subsidie meer nodig is en de netwerkbedrijven duizenden verzoeken gaan krijgen.’

Realisatietermijn SDE+ verlengen
Het bedrijf stelt tegenover de redactie dat er meerdere oplossingen zijn voor de huidige problematiek. ‘Wij zien verschillende mogelijkheden voor een oplossing. De transportindicatie laten vervallen, de realisatietermijn van de SDE+-subsidies verlengen en samen met netbeheerders kijken naar reële technische oplossingen die zowel de netbeheerders als de markt zullen dienen. Voorbeelden hiervan zijn het hanteren van het N-0-principe in congestiegebieden, het geven van voorrang voor duurzaam opgewekte energie op het elektriciteitsnet, congestiemanagement (curtailment) en het aftoppen van het piekvermogen zodat er snel netcapaciteit vrijkomt; zoals dit ook al wordt toegepast in onze buurlanden. Oftewel veranderingen die voor alle betrokken partijen een algehele marktoplossing bieden met één gezamenlijk doel: de energietransitie vooruithelpen en onze klimaatdoelstellingen halen.’

Mkb-bedrijven de pineut
Een van de grootste ontwikkelaars van dakgebonden zonnestroomsystemen in Noordoost-Nederland heeft al voor 15 projecten bij midden- en kleinbedrijven (mkb-bedrijven) een negatieve transportindicatie van Enexis gekregen. Waar de 15 mkb-bedrijven zo’n 7 megawattpiek aan zonnepanelen op hun daken willen plaatsen, zijn ze alle de pineut omdat deze projecten zich in congestiegebied bevinden.

De betreffende projectontwikkelaar laat aan de redactie van Solar Magazine weten op voorhand de negatieve transportindicatie niet juridisch aan te willen vechten en naar alternatieve oplossingen te zoeken. ‘De kans van slagen van een juridische procedure is beperkt. Wel willen we voor een deel van de projecten subsidie aanvragen op basis van eigen verbruik. Worden deze projecten vervolgens alsnog afgewezen, dan zullen we een juridische procedure overwegen. Op basis van powermanagement en energieopslagsystemen zien wij namelijk alsnog kans om deze projecten te realiseren.’

Extreem lange aansluittermijnen
Een andere projectontwikkelaar stelt een negatieve transportindicatie voor een drijvend zonnepark van 12 megawattpiek te hebben ontvangen en aan te lopen tegen extreem lange aansluittermijnen. ‘We hebben voorbeelden van zonneparken waar het verkrijgen van een netaansluiting extreem langt duurt. Het gaat bijvoorbeeld om een zonnepark van 20 megawattpiek waar de aansluittermijn 2 jaar bedraagt.’

Een andere ontwikkelaar, die al voor 3 projecten met een vermogen van in totaal 6 megawattpiek negatieve transportindicaties heeft ontvangen, overweegt een gang naar de rechter. ‘In een eerder traject is door de netbeheerder al goedkeuring voor teruglevering verleend. Hierdoor is er door ons bedrijf al geld en tijd geïnvesteerd in het project. Mocht er geen SDE+-subsidie worden verleend door een negatieve transportindicatie, dan zijn wij in combinatie met de eerdere goedkeuring van de netbeheerder genoodzaakt om juridische stappen te ondernemen.’

Noordoost-Nederland wordt vermeden
Het beeld dat door de transportindicaties grote aantallen dakgebonden pv-projecten niet door dreigen te gaan, wordt door meerdere spelers uit de top 10 bevestigd. Vrijwel alle top-10-spelers hebben negatieve transportindicaties ontvangen. Dit loopt uiteen van 2 afwijzingen met een totaalvermogen van 2,5 megawattpiek tot enkele tientallen negatieve transportindicaties. Uit het beeld dat de top 10 schetst, wordt duidelijk dat een deel van hen ervoor kiest om Noordoost-Nederland te vermijden bij het ontwikkelen van nieuwe projecten. Daarmee ligt het gevaar op de loer dat deze regio’s moeite zullen krijgen om hun doelstellingen die voortvloeien uit het Klimaatakkoord te behalen.

Een grote, internationale ontwikkelaar van grondgebonden zonneparken – die geen enkele negatieve transportindicatie heeft ontvangen – stelt hierover het volgende: ‘Het is volstrekt logisch om geen SDE+-subsidie toe te kennen aan zonneparken die niet op het elektriciteitsnet kunnen worden aangesloten. Tegelijkertijd werpt dit de vraag op hoe er in gebieden zoals Noord-Nederland, waar het vanuit een ruimtelijk perspectief zinvol is om zonneparken te realiseren, toch netcapaciteit gecreëerd kan worden.’

Tot dit het geval is, legt de ontwikkelaar zich toe op andere provincies. ‘In de provincies Zuid-Holland en Noord-Brabant is er bijvoorbeeld nog volop ruimte beschikbaar op het elektriciteitsnet. Wel zien we dat individuele provincies beleid maken dat resulteert in een extreem lange vertraging van de energietransitie doordat zij gemeenten verplichten om eerst een beleid voor zonneparken op te stellen alvorens zij vergunningen mogen verstrekken.’

Onduidelijkheid over congestieberekeningen
‘Wij hebben anticiperend op de problemen rond capaciteit voor al onze projecten al de capaciteit vastgelegd waardoor wij enkel positieve transportindicaties hebben ontvangen’, stelt een top-10-speler die zich concentreert op grondgebonden zonneparken. ‘Er zouden er mogelijk nog wel negatieve transportindicaties kunnen volgen indien wij nog op het laatste moment nieuwe dak projecten erbij krijgen.’

De marktpartij stelt zich een gang naar de rechter te overwegen als er een dergelijke negatieve transportindicatie zou komen. ‘Mocht zoals nu nog het geval is onduidelijk zijn hoe er is berekend dat er sprake is van congestie op dat specifieke netstation, dan zouden wij het mogelijk juridisch aan willen vechten. Het probleem is dat ondanks het onderzoek dat er onder andere door D-Cision heeft plaatsgevonden, het niet duidelijk is hoe de berekeningen gemaakt zijn. De onderzoeken zijn immers niet openbaar beschikbaar, waardoor onduidelijk is waar wél een géén rekening meegehouden is in de onderzoeken.’

Dat gebrek aan openheid staat volgens het bedrijf ook de uitrol van bijvoorbeeld energieopslag in de weg. ‘De vraag of energieopslag soelaas biedt, is namelijk enkel te beantwoorden als er openheid wordt gegeven over de problemen op het netstation. Zomaar een energieopslagsysteem plaatsen is erg duur en heeft geen nut als je niet weet hoe je het energieopslagsysteem het beste kunt dimensioneren. Dit omdat de problemen bij de netstations niet overal gelijk zijn.’

Transportindicatie té zwart-wit
Ook een andere projectontwikkelaar stelt te overwegen negatieve transportindicaties juridisch aan te vechten. ‘De teruglevering van zonnestroom is niet zo zwart-wit als de transportindicatie dit nu weergeeft. Wij hebben gemerkt dat er met de juiste gebruikersprofielen en zonnestroomprofielen meer mogelijk is dan op voorhand wordt aangegeven. Daarbij gaat het om het stroomverbruik van huurders in relatie tot de piekbelasting en wanneer men de zonnestroomproductie wel of niet afknijpt. Als de netbeheerder wil meewerken, kunnen we zeker tot een goede overeenkomst komen. Daarbij willen we als solar partij graag afspreken om als dit nodig is de eerste paar jaar iets minder zonnestroom te produceren tot het moment dat er wel volledige transportcapaciteit beschikbaar is.’

De marktleider ziet ook technologische oplossingen voor de huidige problematiek. Door de inzet van slimme batterijen en batterijen die op afstand inregelbaar zijn, kan het elektriciteitsnet worden ontlast wanneer dit nodig is. Het afknijpen van de zonnestroomproductie als er een piek op het elektriciteitsnet wordt bereikt, zal in de meeste gevallen niet meer dan 10 procent van de jaaropbrengst zijn. Dit geeft de netbeheerder wel extra lucht voor de eerste periode waarin er nog geen volledige transportcapaciteit beschikbaar is. Vanuit de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) – lees de overheid – zou het goed zijn om de realisatietermijn niet zo strak te handhaven als er sprake is van beperkte transportcapaciteit. Hierbij kan de hoogte van het subsidiebedrag meeschuiven met het moment van realisatie. Wordt een project later gerealiseerd, dan is de subsidie die op het moment van realisatie geldt van kracht. Zo hoeven projecten niet in rook op te gaan, maar beweegt het project gewoon mee met de fasebedragen en de verandering in voorwaarden zoals verschillende correctiebedragen.’

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten