logo
wvhj2023
hero-image
6 september 2019

Staatssecretaris stuurt Tweede Kamer uitleg over btw op dakgeïntegreerde zonnepanelen

Staatssecretaris van Financiën Menno Snel heeft de Tweede Kamer de antwoorden toegestuurd op de meest gestelde vragen over de heffing van btw bij particulieren met zonnepanelen.

Waar het antwoord op de meeste vragen – zoals wanneer een consument de betaalde btw kan terugvragen – is vooral het antwoord op de vraag over btw op dakgeïntegreerde zonnepanelen (bipv) interessant, temeer omdat er nog enkele rechtszaken lopen over de rekenwijze die de Belastingdienst bij dit type zonnepanelen hanteert.

2 verschillende situaties
De staatssecretaris schetst in zijn antwoorden 2 situaties. De eerste situatie betreft een consument met zonnepanelen die niet tegelijkertijd als dakbedekking dienen (red. niet-geïntegreerde zonnepanelen). Deze zonnepanelen dienen alléén om stroom op te wekken en men kan dan het hele btw-bedrag dat in rekening is gebracht voor de aanschaf en installatie van de zonnepanelen in aftrek brengen.

In de tweede situatie dienen de zonnepanelen tegelijkertijd als dakbedekking. In dat geval mag men slechts een deel van de btw in aftrek brengen die voor de aanschaf en installatie van de zonnepanelen in rekening is gebracht. Men heeft in dit geval geen recht op aftrek van de btw voor het privégebruik. In de wet is volgens de staatssecretaris namelijk een aftrekbeperking opgenomen voor privégebruik voor uitgaven met betrekking tot onroerende zaken, zoals de woning waartoe de dakbedekking behoort. Daar staat tegenover dat men ook geen btw hoeft te voldoen over de zelf opgewekte en gebruikte stroom. Geïntegreerde zonnepanelen hebben naast de functie van het opwekken van stroom ook de functie van dakbedekking. Het gebruik voor die functie (red. dakbedekking) en het gebruik voor het opwekken van stroom die meteen privé wordt gebruikt, wordt voor de btw aangemerkt als privégebruik. Alleen de opgewekte stroom die men aan het energiebedrijf levert, geldt als gebruik voor belaste prestaties. De btw die drukt op de aanschaf en installatie mag voor dat deel als voorbelasting in aftrek worden gebracht.

Forfait
Voor beide situaties heeft de staatssecretaris rekenvoorbeelden opgesteld. De zogenaamde forfaitaire bedragen uit onderstaande tabel zijn daarvoor van belang; deze verschillen naargelang het opwekvermogen van de zonnepanelen. Deze bedragen zijn door het Rijk vastgesteld om de administratieve handelingen te vereenvoudigen. Als men gebruikmaakt van deze forfaits hoeft de consument namelijk geen btw in rekening te brengen aan het energiebedrijf.

Opwekvermogen in wattpiek

Forfait standaardzonnepanelen

Forfait dakgeïntegreerde zonnepanelen

0 – 1000

 20 euro

5 euro

1001 – 2000

 40 euro

10 euro

2001 – 3000

 60 euro

20 euro

3001 – 4000

 80 euro

30 euro

4001 – 5000

 100 euro

40 euro

5001 – 6000

 120 euro

50 euro

6001 – 7000

 140 euro

60 euro

7001 – 8000

 160 euro

70 euro

8001 – 9000

 180 euro

80 euro

9001 – 10000

 200 euro

90 euro

Voorbeeldberekening standaardzonnepanelen
De voorbeeldberekening voor de eerste situatie met zonnepanelen die niet in het dak geïntegreerd zijn, is als volgt: voor de aanschaf en installatie van de zonnepanelen heeft men een rekening ontvangen met daarop een btw-bedrag van 800 euro. Omdat de zonnepanelen niet geïntegreerd zijn, kan men het hele btw-bedrag als voorbelasting in aftrek brengen.

De zonnepanelen hebben een capaciteit van 2.800 kilowattpiek.

Voorbelasting:

800 euro

Minus verschuldigde btw:

60 euro

Terug te ontvangen:

740 euro

Voorbeeldberekening dakgeïntegreerde zonnepanelen
De voorbeeldberekening voor de tweede situatie met dakgeïntegreerde zonnepanelen is als volgt: voor de btw-aftrek hebben deze zonnepanelen naast de functie voor het opwekken van energie ook een functie als dakbedekking. Voor dit laatste gebruik heeft men geen recht op aftrek (privégebruik). Dit gebruik wordt gesteld op 50 procent. Dat wil zeggen dat de voorbelasting voor 50 procent wordt toegerekend aan de functie van stroomopwekking. Daarvan wordt vervolgens twee derde deel gebruikt voor met btw belaste prestaties. Er wordt door de Belastingdienst uitgegaan van twee derde omdat uit ervaringscijfers blijkt dat zonnepanelen gemiddeld genomen voor twee derde deel gebruikt worden voor het leveren van stroom aan het energiebedrijf en voor een derde deel voor direct privéverbruik van stroom. Dit heeft tot gevolg dat men bij elkaar genomen een derde deel (twee derde x 50 procent) van de btw die in rekening is gebracht voor de aanschaf en installatie als voorbelasting in aftrek kan brengen.

Voorbeeld: Voor de aanschaf en installatie van geïntegreerde zonnepanelen heeft men een rekening ontvangen met daarop een btw-bedrag van (bijvoorbeeld) 1.500 euro. De zonnepanelen zijn geïntegreerd, men kan daarom een derde van het btw-bedrag als voorbelasting in aftrek brengen. De zonnepanelen hebben een capaciteit van 2.800 wattpiek.

Een derde deel voorbelasting:

500 euro

Minus verschuldigde btw:

20 euro

Terug te ontvangen:

480 euro

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten